Jaarlijks gooit de Nederlandse horeca ruim 50.000 ton aan voedsel weg. Dat zijn ongeveer 80 miljoen borden. Dit gebeurt zowel in de keuken als bij de gast. Grootste boosdoener is nog altijd de (te) grote porties die veel restaurateurs aan hun gasten serveren. De tijd van zoveel mogelijk eten voor zo min mogelijk geld is inmiddels wel voorbij.
Nooit meer oorlog, nooit meer honger. Dat was het streven na De Tweede Wereldoorlog. Sicco Leendert Mansholt werd de eerste naoorlogse minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Nederland had nog voor een week eten toen hij op 37-jarige leeftijd in juni 1945 werd beëdigd tot minister. Hoe anders is het nu. In ruim zeventig jaar van nationale honger naar nationaal overschot.
Mansholt reorganiseerde succesvol de Nederlandse landbouw. Centraal in het landbouwbeleid stond het vaststellen van gegarandeerde minimumprijzen voor de belangrijkste producten, ondersteund door importheffingen en restituties bij export. Nederland had geen honger meer. De visie van Mansholt bleef niet onopgemerkt in Europa. Binnen de Europese Commissie kreeg hij de portefeuille Landbouw. Zijn aanpak resulteerde in een Europees landbouwbeleid, waarin hij voorrang gaf aan de vorming van een gemeenschappelijke markt. Een crisis halverwege de jaren zestig zorgde voor hard ingrijpen door Mansholt en een kantelpunt in zijn carrière.
Overproductie
De Europese ministers van Landbouw stelden te hoge prijzen vast, wat leidde tot overproductie. Mansholt opperde om de Europese landbouw drastisch te hervormen. Liefst vijf van de tien miljoen boeren in Europa moesten het veld ruimen om schaalvergroting en een efficiëntere manier van productie te garanderen. Het leidde in 1971 tot een heftige Boerenopstand in Brussel, waarbij gewonden en zelfs één dode viel. Een stevig gereduceerd plan werd uiteindelijk aangenomen.
De geboren Groninger schrok van de reacties, analyseerde zijn eigen werkzaamheden en concludeerde dat de schaalvergroting, subsidiemaatregelen en prijsmanipulatie uiteindelijk leidden tot overproductie, melkplassen, boterbergen, uitputting en milieuschade. Deze boterbergen en melkplassen werden voor een spotprijsje aan landen buiten de EU aangeboden. De Europese boeren hadden hier geen last van omdat zij gesubsidieerd werden. Dit zorgde voor oneerlijke concurrentie, met name in derdewereldlanden. Zij konden met hun prijzen niet op tegen de gesubsidieerde producten uit Europa.
Een poging om de politiek te overtuigen de subsidies in te trekken mislukte, boeren waren te afhankelijk geworden van steun vanuit Brussel. Europa en Nederland raakten gewend aan de lage bedragen die werden betaald voor voedsel. Gemiddeld besteedt de Nederlander anno 2019 dertien procent van zijn netto-inkomen aan voeding. In de jaren ’50 was dat dertig procent.
In 1992 zorgden de zogenaamde MacSharry-hervormingen voor een omwenteling in, met name, het probleem op het vlak van overproductie. Vóór 1992 werden subsidies vanuit Europa gericht op de productie, na de hervorming werd de hoogte van de subsidie voor een boer gebasseerd op het land dat hij bezat. Op deze manier trachtte Europa de motivatie om veel te produceren weg te halen bij de boer en overschotten terug te dringen.
Overgewicht
In 1990 had één op de drie volwassen Nederlanders overgewicht. Sindsdien is het aantal Nederlanders met overgewicht sterk gestegen naar één op de twee in 2017. Het percentage mensen met obesitas verdrievoudigde van 5,5 procent naar 13,9 procent. De laatste jaren is de stijging afgevlakt, blijkt uit cijfers van Rijksoverheid.
In een interview met De Volkskrant laat voormalig VN-rapporteur voor voedsel Olivier de Schutter weten dat we verslaafd zijn aan goedkoop voedsel. “En daar moeten we vanaf”, liet hij door de krant optekenen. “We vernietigen het milieu om zoveel mogelijk voedsel voor de laagste prijs te produceren. Vervolgens verpakken we het in zoveel mogelijk plastic om het de hele wereld over te kunnen slepen. Dit vernietigende systeem wordt niet eens meer ter discussie gesteld. Dat komt doordat niemand geconfronteerd wil worden met de verkeerde beslissingen die we al decennia lang nemen.” Het CBS deed vorig jaar onderzoek naar de prijsstijging van voedsel tussen 2007 en 2017. Daaruit bleek dat suikerhoudend voedsel als (room)ijs en snoepgoed goedkoper is geworden, terwijl groente en fruit duurder werden.
Kijkend naar de toekomst zijn overheden druk bezig om het food waste te beperken. De VN heeft zelfs afgesproken om in 2030 food waste met vijftig procent terug te willen dringen. In Europa wordt nu ongeveer 88 miljoen ton voedsel weggegooid. De EU wil in 2025 food waste met 30 procent verminderen in en 2030 food waste halveren. Dit gaat de EU doen door voedseldonaties te stimuleren en de etikettering te verduidelijken om de verwarring over de aanduidingen ‘ten minste houdbaar tot’ en ‘te gebruiken tot’ te beëindigen.
No waste
Om een zo laag mogelijk ‘waste-gehalte’ te houden in de horeca is het van belang dat er kleine menukaarten worden samengesteld, een strak inkoopbeleid wordt gevoerd en dat er gekeken moet worden naar lokale leveranciers. Hoewel het grootste probleem van foodwaste ligt bij de productie van het voedsel, kan de horeca een oplossing bieden voor het probleem. Veel restaurateurs kiezen er al voor om geen à la carte te hebben en een wekelijks menu samen te stellen. Dat maakt de bedrijfsvoering creatiever, duurzamer en financieel voordeliger. Voedsel weggooien kost per definitie geld. Dat gebeurt het meest bij de side-dishes zoals frieten en salades. De mogelijkheid om side-dishes als supplement naast de hoofdgerechten te verkopen, is iets dat veel restaurants al doen.
Uiteindelijk zal de gast bepalen of hij of zij meer geld wil betalen voor voedsel. De tendens lijkt dat iedereen begaan is met het milieu, maar dat niemand ervoor wil betalen. Een restaurateur die qua prijs twintig procent boven zijn concurrent moet gaan zitten omdat hij ‘eerlijke’ producten inkoopt en voor een ’echte’ prijs verkoopt, zal een goed verhaal moeten hebben om zijn klandizie te behouden.
Too Good To Go
Too Good To Go is een app die voedselverspilling in de horeca en retail bestrijdt. In Denemarken schrokken vijf jonge, pas afgestudeerde mannen van de cijfers over weggegooid voedsel in het restaurant waar ze zaten te eten. Zij ontwikkelden een app waarin een restaurant de overgebleven etenswaren in een zogeheten ‘Magic Box’ doet en het via de app te koop aanbiedt. Daarin geeft de restaurateur aan op welk tijdstip de box kan worden opgehaald. De app is inmiddels ook in Nederland actief.
NoFoodWasted
NoFoodWasted is vergelijkbaar met Too Good To Go. Restaurateurs bieden via de app of website hun ‘overgebleven’ voedsel aan tegen een gereduceerd tarief, dat door klanten opgehaald kan worden. NoFoodWasted is al enige jaren operationeel in de retail, maar boort nu ook de horeca aan. Inmiddels is het bedrijf actief in Den Bosch, Tilburg en in de Gooi en Vechtstreek. In 2013 begon oprichter August de Vocht aan zijn missie om food waste tegen te gaan.