Vanaf 1 januari 2023 krijgt ondernemend Nederland te maken met nieuwe wetten en regels. Zo wordt meer vennootschapsbelasting betaald en gaat het minimumloon met ruim 10% omhoog. In 2023 ontvangen mkb’ers een lagere energierekening voor het bedrijf vanwege een prijsplafond.
De Kamer van Koophandel (KVK) heeft de belangrijkste wetswijzigingen voor mkb-bedrijven op een rij gezet. Wij zetten de meest belangrijke wetswijzigingen voor horecaondernemers op een rij.
Prijsplafond energie
In 2023 krijg je hulp bij het betalen van de energierekening van je bedrijf in de vorm van een prijsplafond. Het prijsplafond geldt voor kleinverbruikers. Op je energierekening zie je of je een aansluiting hebt als kleinverbruiker. Je kunt dit ook navragen bij je netbeheerder. Het prijsplafond betekent dat je straks 1,45 euro per m3 gas betaalt tot een maximum van 1.200 m3 en 0,40 eurocent per kWh voor elektriciteit tot een maximum van 2.900 kWh. Over alles wat je daarboven verbruikt betaal je de marktprijs. Het prijsplafond geldt van 1 januari tot en met 31 december 2023. De ingangsdatum van deze wetswijziging is nog niet definitief.
In november en december 2022 krijg je 190 euro korting per maand op je energierekening van je energieleverancier. Verder kom je vanaf 1 november 2022 in aanmerking voor de Tegemoetkoming Energiekosten-regeling (TEK) als je jaarlijks meer dan 5.000 m3 gas of 50.000 kWh elektriciteit verbruikt en wanneer minimaal 7 procent van je omzet bestaat uit energiekosten. De TEK-regeling biedt tijdelijke ondersteuning en is bedoeld voor de energiekosten in de periode van 1 november 2022 tot en met 31 december 2023. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) gaat de TEK-regeling uitvoeren. Op rvo.nl/tek is voor ondernemers een ‘houd me op de hoogte-pagina’ opengesteld, waarbij mkb’ers na aanmelding informatie krijgen over de inrichting en openstelling van de TEK. Je kunt ook terecht bij het Energieloket van KVK.
Minimumloon
Het wettelijk minimumloon stijgt per 1 januari 2023 met ruim 10%. Eerder zou het minimumloon in drie jaarlijkse stappen omhoog gaan tot in totaal 7,5%. Dit is aangepast naar een verhoging van ruim 10% in één keer per 1 januari 2023. De AOW en minimumuitkeringen, zoals de bijstand en de Wajong, stijgen mee. Betaal je je personeel minimumloon dan moet je dit verhogen per 1 januari 2023.
Schijfgrens vennootschapsbelasting omlaag
De schijfgrens vennootschapsbelasting gaat omlaag. Per 1 januari 2023 gaat de grens omlaag van 395.000 naar 200.000 euro. Al je winst tot 200.000 valt in schijf 1. Is je winst groter? Dan valt het gedeelte van de winst dat boven 200.000 euro uitkomt in schijf 2. Het belastingtarief in schijf 2 ligt hoger dan in schijf 1. Door de verlaging van de schijfgrens valt je winst sneller in schijf 2 en betaal je meer belasting.
Hoger tarief vennootschapsbelasting
Het tarief voor vennootschapsbelasting in de eerste schijf gaat omhoog van 15 naar 19%. Dit betekent dat je in schijf 1 meer belasting betaalt, namelijk 19% over 200.000 euro. Is je winst groter? Dan valt het gedeelte dat boven 200.000 euro uitkomt in schijf 2. Over dit gedeelte betaal je 25,8% belasting. Dit tarief is hetzelfde als in 2022. De ingangsdatum van deze wetswijziging is nog niet definitief.
Verbruiksbelasting alcoholvrij
Verkoop je alcoholvrije dranken, zoals frisdranken en vruchtensappen? De verbruiksbelasting op deze dranken gaat omhoog Vanaf 1 januari 2023 stijgt de verbruiksbelasting op deze dranken met € 11,37 tot € 20,20 per 100 liter. Vanaf 1 januari 2024 stijgt de verbruiksbelasting verder tot € 22,67 per 100 liter. Mineraalwater valt vanaf 1 januari 2024 niet meer onder deze alcoholvrije dranken. De ingangsdatum van deze wetswijziging is nog niet definitief.
Plastic zwerfafval
Ben je een producent of importeur van plastic wegwerpproducten? Dan geldt vanaf 1 januari 2023 de Uitgebreide Producentverantwoordelijkheid (UPV). Dit betekent dat je mee betaalt aan het opruimen van zwerfafval en dat je klanten aanspoort om plastic zwerfafval te voorkomen. De UPV geldt voor kunststofproducten voor eenmalig gebruik die veel in zwerfafval gevonden worden. Er geldt een door de overheid vastgesteld bedrag voor ieder wegwerpproduct dat in de handel wordt gebracht. Voor bepaalde productgroepen zijn aparte regels gemaakt. Laat jouw klanten weten dat het product niet afbreekt in het milieu en schade veroorzaakt. Daarom moeten zij het product op de juiste manier weggooien. Meld je voor 12 februari 2023 bij Rijkswaterstaat als je een product produceert dat onder de UPV valt. Hoe je je moet melden lees je binnenkort op afvalcirculair.nl. Sinds 3 juli 2021 geldt in de EU een verbod op plastic wegwerpartikelen en zijn verschillende maatregelen voor producenten ingegaan.
Opbouw fiscale oudedagsreserve stopt
Vanaf 2023 kun je de fiscale oudedagsreserve (FOR) niet meer verder opbouwen. Zo’n 300.000 ondernemers hebben op dit moment een FOR op de balans staan. Deze eerder opgebouwde FOR-reserves blijven staan en mogen volgens de oude regels worden afgewikkeld. Door het gebruik van de FOR hoefde je over een deel van je winst geen belasting te betalen. De FOR geeft je belastinguitstel. Met de gereserveerde bedragen kun je bijvoorbeeld een lijfrente aankopen die uitkeert als je met pensioen gaat. Belastingheffing vindt dan plaats over de uitgekeerde lijfrentetermijnen. Stop je met ondernemen en heb je nog een FOR op de balans staan? Dan moet je belasting betalen over het FOR-bedrag. Er zijn alternatieven voor pensioenopbouw. De ingangsdatum van deze wetswijziging is nog niet definitief.
Overdrachtsbelasting bedrijfspanden stijgt
De overdrachtsbelasting voor bedrijfs- en beleggingspanden stijgt per 1 januari 2023 van 8 naar 10,4%. Het moment waarop je de akte van levering bij de notaris tekent, bepaalt welk percentage je betaalt. Sluit je de koopovereenkomst in 2022, maar teken je de notariële leveringsakte in 2023, dan betaal je 10,4% overdrachtsbelasting. Teken je de notariële leveringsakte nog in 2022 dan geldt het percentage van 8. Het tarief van 10,4% geldt ook voor onder meer tweede woningen, grond bestemd voor woningbouw en percelen onbebouwde grond. De ingangsdatum van deze wetswijziging is nog niet definitief.
Aanpassing in gebruikelijkloonregeling
Heb je een eigen bv en werk je als directeur in deze bv? Dan ben je een directeur-grootaandeelhouder (dga). Voor het werk in je eigen bv moet je jezelf een salaris betalen. Dit is een verplichting vanuit de loonbelasting en heet de gebruikelijkloonregeling. Hoe bepaal je het gebruikelijk loon? Het is minimaal het hoogste bedrag van één van deze drie bedragen:
een vast bedrag van 48.000 euro,
het loon van de meestverdienende gewone werknemer in je bedrijf,
75% (in 2022) van het loon van het meest vergelijkbare dienstverband.
Per 1 januari 2023 verandert het derde bedrag. Vanaf dat moment neem je 100% van het loon van het meest vergelijkbare dienstverband als uitgangspunt voor het gebruikelijk loon. De ingangsdatum van deze wetswijziging is nog niet definitief.