Bijna dagelijks wordt de Nederlandse taal verrijkt met nieuwe woorden of krijgen bestaande woorden een nieuwe betekenis. Zo ook het woord “vers”.
Van Dale omschrijft “vers” als volgt: uitgekomen, pas geslacht, gevangen, gebakken, geplukt enzovoort, met als antoniem: geconserveerd, ingevroren. Vers komt van het middeleeuwse “fersc” (fresh) en betekent onder meer “niet veranderd door behandeling” (not altered by processing). Binnenkort kan dit worden aangevuld met de zinsnede “pas ontdooid”.
Zelden heb ik een grootgrutter zo zien stuntelen. Ja, wij staan voor vers, onze producten zijn allemaal vers, verse eieren, verse groenten, vers konijn. Een ontdooid Chinees konijn vers noemen is een dubbele belediging, in de eerste plaats is ontdooid konijn niet vers en in de tweede plaats zou geen Chinees zich met dit konijn laten bedotten. Chinezen zijn absolute kampioenen wat betreft vers. ‘Graag konijn, ober.’ ‘Komt u maar mee, mijnheer, en wijs aan welke van deze rondhuppelende konijntjes u wenst.’ (Een levende vis veroordelen tot de dood is nog redelijk te doen, bij konijntjes en duiven wordt het een stuk moeilijker; doe dan toch maar liever aha-vers.)
Wat is hier toch aan de hand, waarom kan de voedingsindustrie en retail de normale betekenis van woorden volledig veranderen? Jaren oud vlees, dat op een bepaalde manier is ingevroren en ontdooid, mag volgens de warenwet “vers” genoemd worden. ‘An me hoela,’ zou mijn moeder zeggen, ‘het is vers of ontdooid, maar niet allebei.’ Dat de industrie en de warenwet het op een akkoordje hebben gegooid, blijkt ook uit het feit dat in Nederland nauwelijks iets hoeft te worden gedaan aan ingrediëntendeclaratie. Wanneer je in Duitsland een menukaart pakt, staan er zeker 30 voetnoten in die verwijzen naar min of meer duistere toevoegingen. In Nederland niet. Zitten die stoffen er bij ons dan niet in, is bij ons alles vers? Onze Hollandse Maasdammer Kaas bevat volgens de verpakking geen conserveermiddelen; voor Duitsers blijken er echter allerlei stoffen in te zitten die wel het vermelden waard zijn. Snapt u het nog? Voor mij is het langzamerhand allemaal Chinees.
Deze column is geschreven door Pieter Punter en gepubliceerd in een eerdere uitgave van vakblad Lunchroom.