De laatste tijd verschijnen er allerlei onheilspellende berichten in de pers over de consequenties van ons gedrag ten aanzien van dieren. De oceaan blijkt zo goed als leeggevist, kippen en vogels dragen voor de mens dodelijke virussen en de manier waarop de intensieve veehouderij met varkens en koeien omgaat, tart elke beschrijving (let wel: dat het wettelijk mag, wil niet zeggen dat het ethisch of diervriendelijk is). We schieten volledig in de stress als ons varkenslapje 10 cent duurder wordt. De boer verdient nauwelijks iets aan zijn veestapel. En toch maar zeuren over dierenleed en respect voor het dier.
In mijn beleving heb je respect voor dieren (en voor alle andere producten die we eten) wanneer je bereid bent de kosten te dragen voor een dier- of natuurvriendelijke bereiding. De bezorgdheid verdwijnt echter als sneeuw voor de zon wanneer het geld gaat kosten. Biggen worden zonder verdoving gecastreerd omdat dit te duur is, in Azië wordt het totale ecosysteem verkwanseld voor de garnalenkwekerijen en de Noorse zalm staat stijf van de antibiotica.
Onze relatie met ons voedsel is in de afgelopen 50 jaar fundamenteel veranderd. Voedsel is een volkomen vanzelfsprekendheid geworden en we hebben er geen enkel respect meer voor. Vroeger dankten boeren de Schepper voor de oogst, het varken was tot november bijna een lid van de familie, in islamitische landen wordt nog steeds vergiffenis gevraagd aan het te slachten dier en in Amerika vieren ze nog elk jaar Thanksgiving.
Gelukkig is er de laatste tijd vooral in de horeca steeds meer interesse in de productie van vlees en andere producten: herkomst, het leven, de slacht en zelfs de filosofie van de producenten. Wij zouden zelf uit respect voor het dier moeten eisen dat het stukje kip op ons bord niet afkomstig is van een plofkip die in zes weken is opgefokt met een afgehakte snavel en niet meer op de poten kan staan, maar van een hoender die drie maanden buiten heeft gescharreld. En we moeten bereid zijn om hiervoor een offer te brengen: gewoon betalen wat het kost om ons dagelijks voedsel te produceren.