Themamaand Financiën: Zo bouw je pensioen op als horecaondernemer

Auteur: Redactie
Themamaand Financiën 22 december 2022
Themamaand Financiën: Zo bouw je pensioen op als horecaondernemer

Veel horecaondernemers zijn voornamelijk bezig met de pensioenen van hun werknemers. Horecaondernemers zijn verplicht hun werknemers vanaf 21 jaar deel te laten nemen aan de pensioenregeling van het Pensioenfonds Horeca en Catering, maar hoe regel je als ondernemer je eigen pensioen? In dit artikel legt de redactie van Lunchroom het uit.

In tegenstelling tot werknemers, zijn ondernemers zelf verantwoordelijk voor het regelen van hun pensioen. Dat kan op een aantal manieren. Voor startende horecaondernemers die uit loondienst komen is het soms mogelijk om de pensioenregeling van de voormalig werkgever voort te zetten. Als ondernemer betaal je zelf de volledige pensioenpremie. Dit is 10 jaar fiscaal aftrekbaar. Van belang is dat een aanvraag voor voortzetting van de pensioenregeling gedaan moet worden zolang de potentiële ondernemer nog in loondienst is. Dit kan handig zijn als een medewerker van een horecabedrijf de zaak wilt overnemen.

Banksparen

Het is als horecaondernemer ook mogelijk om pensioen op te bouwen middels banksparen. Met deze constructie betaal je periodiek (bijvoorbeeld per maand). Deze rekening is een geblokkeerde rekening en tussentijds geld opnemen kan niet. Banksparen bestaat uit twee fases. De opbouwfase en de uitkeerfase. Tijdens de opbouwfase wordt er periodiek geld gestort op de geblokkeerde rekening. De spaarder bouwt tegoed op dankzij inleg en rendement. Dit kun je doen tot maximaal vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd. Er wordt vaak gekozen om de AOW-leeftijd aan te houden als ‘uitkeerdatum’. Op deze gekozen einddatum wordt er (vaak) maandelijks ‘uitbetaald’. De inleg is tot een bepaald bedrag aftrekbaar. Over het bankspaarsaldo wordt géén vermogensrendementsheffing betaald. Over de uitkering wordt inkomstenbelasting betaalt. De uitkeringen uit banksparen worden belast in box 1 van de inkomstenbelasting. In de basis is banksparen niets meer dan sparen met fiscale voordelen achter een gesloten rekening.

Lijfrente

Het opbouwen van lijfrente is vergelijkbaar met banksparen. Het grootste verschil is dat bij banksparen er geen sprake is van een levenslange uitkering. De uitkeringstermijn is bij banksparen minimaal 20 jaar. Als je ouder wordt dan de einddatum van de uitkeringstermijn, is het geld op en heb je geen aanvullend pensioen meer. Kom je eerder te overlijden, dan wordt het restant (onder voorwaarden) wel aan de nabestaanden uitgekeerd. De uitkeringen uit de lijfrente worden belast in box 1 van de inkomstenbelasting. Bij lijfrente en banksparen is het van belang om te weten dat de rekening niet toegankelijk is. Mocht je als startende horecaondernemer direct met banksparen beginnen en er na een aantal maanden of jaren achter komen dat het ondernemerschap niets voor je is, kun je dat geld niet opnemen. Het advies is dan ook om als starter eerst een aantal maanden zelf geld opzij te zetten en pas over te gaan op lijfrente of banksparen op het moment dat het ondernemerschap je heeft gegrepen.

Privé sparen

Het is als ondernemer natuurlijk ook mogelijk om zelf te sparen of te beleggen voor je pensioen. Het vermogen dat je opbouwt is voor de inkomstenbelasting belast in box 3. Een deel van het vermogen is vrijgesteld van belasting. Dat is het heffingsvrij vermogen. Voordeel is dat als je zelf spaart, het geld niet vast staat en je te allen tijde bij je geld kunt. Dat kan overigens ook een nadeel zijn.

AOW

Bovenstaande voorbeelden van het opbouwen van pensioen als ondernemer, zijn aanvullingen op de AOW. In Nederland heeft in principe iedereen recht op een AOW-uitkering op het moment dat de pensioengerechtigde leeftijd is bereikt. Per 1 januari 2023 is de pensioengerechtigde leeftijd gesteld op 66 jaar en tien maanden. Per 1 januari 2023 is de AOW-uitkering voor alleenstaande verhoogd tot ruim 1353 bruto per maand.

Fiscale Oudedagsreserve stopt

Veel ondernemers maakten en maken gebruik van de Fiscale Oudedagsreserve (FOR). Binnen deze constructie kunnen ondernemers een oudedagsvoorziening opbouwen, zonder geld uit de onderneming te halen. Een deel van de winst wordt gereserveerd voor ‘de oude dag’. Over dat deel van de winst hoef je als ondernemer pas later belasting te betalen. Ondernemers kunnen de fiscale oudedagsreserve omzetten in een lijfrente, bijvoorbeeld als je met pensioen gaat. Belastingheffing vindt dan plaats over de lijfrentetermijnen. Vanaf 2023 kun je de FOR niet meer verder opbouwen. Zo’n 300.000 ondernemers in Nederland hebben op dit moment een FOR op de balans staan. Deze eerder opgebouwde FOR-reserves blijven staan en mogen volgens de oude regels worden afgewikkeld. Stop je met ondernemen en heb je nog een FOR op de balans staan? Dan moet je belasting betalen over het FOR-bedrag. De ingangsdatum van deze wetswijziging is nog niet definitief.

Alternatieve pensioenen

Sommigen horecaondernemers kiezen ervoor om - als de financiële situatie het toelaat- ook het vastgoed waar de onderneming zich in bevindt, aan te kopen en ‘de stenen’ te zien als hun pensioen. Met name door de huidige inflatie wordt geld op de bank minder waard en kan het een verstandige keuze zijn om het vastgoed te zien als het pensioenpotje.

Dit artikel maakt onderdeel uit van de Themamaand Financiën

Blijf op de hoogte

Wil jij op de hoogte gehouden worden van het laatste luchroomnieuws en één keer per week de digitale nieuwsbrierf van Lunchroom ontvangen? Schrijf je dan hier in voor de nieuwsbrief.

Overig nieuws