De 1,5 meter is eraf. Je mag weer meer mensen in je horecazaak ontvangen en je zou verwachten dat dit het perspectief is waar wij al die tijd op hebben zitten wachten. Maar de boodschap is zuur. Want als er voor één branche nog beperkingen gelden, dan is het de horeca wel. De nachthoreca blijft ’s nachts dicht en een coronatoegangsbewijs voor de hele horeca is een feit. En dat terwijl er nog velen hun wonden aan het likken zijn na 18 maanden crisis. Een tijd vol kopzorgen en aderlatingen. En met deze nieuwe maatregelen ziet menig horecaman of -vrouw zout in de wonden gestrooid worden.
Uitersten in ons horecalandschap
Vorig weekend wandelde ik op de grachten van Amsterdam toen ik langs een van de zaken een oude bekende kwam. Een ras-horecaondernemer met meerdere toffe concepten in de stad. Tot mijn verbazing stond hij op deze avond zelf in de service. Het was een hartelijk weerzien, maar de wrangheid van de realiteit sijpelde al snel door het gesprek heen.
Hij stond in de zaak uit pure nood. Want ondanks dat hij zijn team tijdens de lockdown vasthield, zijn er velen gevlogen. De GGD betaalde nu eenmaal meer. Nu draait hij op deze A-locatie 60 procent minder omzet dan voor het coronatijdperk. Ook de zomer heeft financieel niet veel goed gemaakt, want de stad bleef nagenoeg leeg. Ondanks dat zijn zaken grotendeels op lokaal publiek draaien, blijven de omzetten dramatisch achter. Het is deze ondernemer niet aan te rekenen dat alles op z’n gat ligt. Door deze situatie staat hij met z’n rug tegen de muur. De onmacht vreet aan hem en hij loopt sinds kort bij een psychiater.
Hoe anders is de situatie voor een vaste klant van mij. Hij is een horecaman in hart en nieren, met een grote topzaak in het noorden van het land. Hij is ook een rekenwonder, pluist alles uit en maakt gebruik van alle financiële maatregelen van de overheid. Zijn kernteam is nog compleet en hij heeft een extreem goede zomer achter de rug waardoor de schuldenberg momenteel goed te overzien is. Omdat hij over een aantal jaren met pensioen wil gaan zoekt hij naar uitbreidingskansen. Op de eerste plaats om meer waarde toe te voegen aan zijn bedrijf en op de tweede plaats om zijn team te blijven ‘voeden’ en motiveren.
Net als het verschil bij de kamerbezetting tussen hotel in de Randstad of landelijke hotellerie, is hier de locatie vooral doorslaggevend. Wat deze restaurateurs meemaken zijn twee uitersten. De een vecht voor zijn levensbehoud terwijl bij de ander zaken bloeien.
De grens
Op veel vlakken worden wij geconfronteerd met uitersten, die zorgen voor een soort breuklijn in de maatschappij. Zoals bedrijven die floreren versus bedrijven op de afgrond of de gesneuvelde festivals versus de Grand Prix.
Maar ook het ‘Hossen in een volle Kuip’ (volgens demissionair minister De Jonge) versus een gesloten nachthoreca. Bedrijven toegankelijk voor allen versus bedrijven waar je alleen met QR-code naar binnen mag. Geprikte versus ongeprikte mensen.
De overheden weten dat de horeca te verdeeld is om een vuist te maken. De vraag is of ze deze keer gelijk krijgen. Nu is er al te veel verdeeldheid in de wereld en de geschiedenis leert ons dat dit niet het beste in ons mensen naar boven brengt. Wij moeten ons als branche laten horen én het hoofd koel houden. Want opkomen voor je eigen mening is een groot goed. Net als het luisteren naar elkaars argumenten en respectvol omgaan met de mening van de ander.
Ik begrijp de verontwaardiging, bitterheid en het gevoel van onmacht wel. Er zit een ander achter je stuur en de race is niet fair. Waar anderen vrij kunnen ondernemen, komt ondernemen in de horeca met randvoorwaarden.
‘Wij zijn gastvrij en er voor iedereen’, hoor ik horecaondernemers zeggen, maar die vlieger gaat even niet meer op. Wat je er ook allemaal van vindt, je zult mensen aan de deur krijgen die je moet weigeren.
Omzet per vierkante meter
Persoonlijk vind ik het voor de horeca een zorgelijke ontwikkeling, want politiemannetje spelen past ons niet zo goed. De handhaving ligt volledig op de schouders van de horecaondernemer. Als zoethoudertje ontvang je wellicht nog een tijdje compensatie. Maar het handhaven is op eigen kosten, terwijl er vanuit de overheid extra geld naar de gemeentes gaat om de controle bij de horeca op te voeren. Dit geld was beter besteed geweest aan de zorg. Maar men verwacht dus duidelijk weerstand vanuit de horeca.
Het draagvlak voor, en vertrouwen in, de coronamaatregelen blijkt uit enquêtes historisch laag. Daarmee verdwijnt bij de gemiddelde burger ook de sympathie voor de hard getroffen horeca. Want wij zijn subonderdeel geworden van het coronabeleid. Niet alleen de mensen die zich niet willen of kunnen laten vaccinneren zullen de horeca links laten liggen. Ook tegenstanders van de coronapas kunnen de horeca gaan boycotten. De eerste tekenen daarvan komen op social media al voorbij. Nu de zomer en vakanties achter ons liggen, zie je ook de bezetting in de buitenlandse horeca met coronapas slinken. Tel het personeelstekort daarbij op en de vraag rijst of je die vrijgekomen meters wel gevuld krijgt. En hoeveel omzet je dit gaat kosten.
Over Monique:
Monique is geboren en getogen in de horeca, in het restaurant van haar ouders. Daarna heeft zij meer dan 25 jaar gewerkt in de Internationale hotellerie en de meeting & events markt, in zo’n beetje alle disciplines, van medewerker tot commercieel directeur van een hotelgroep. Nu is ze eigenaar van Strategisch Horeca Advies en strategisch partner voor horecaondernemers. Verder is ze columnist en geeft ze trainingen aan de HM Academy op gebied van conceptontwikkeling en marketing.