Het aantal nieuwe foodfestivals in Nederland is in 2016 ten opzichte van nieuwe film- en muziekfestivals het sterkst gestegen. Foodfestivalliefhebbers hadden in 2016 de keuze uit 153 verschillende foodfestivals. Hiervan waren er 70 nieuw, een aandeel van 46 % op het totaal aantal foodfestivals.
In vergelijking met filmfestivals (+16%) en muziekfestivals (+11%) zijn nieuwe foodfestivals daarmee de grootste stijgers op de festivalmarkt. Dit blijkt uit onderzoek van lectoraat Crossmedia van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) naar het landschap van muziek-, film- en foodfestivals. De resultaten staan in de Festival Atlas 2016 die vandaag verschijnt.
Festival Atlas 2016
In de Festival Atlas 2016 is een groot aantal food-, film- en muziekfestivals uit 2016 onder de loep genomen. Het gaat om 1340 verschillende festivals met in totaal 1572 edities omdat sommige festivals meerdere uitvoeringen in het zelfde jaar kenden. Opgedeeld naar soort festival telde 2016 in totaal 1070 muziekfestivals (1138 inclusief edities), 153 foodfestivals (260 inclusief edities) en 117 filmfestivals (174 inclusief edities). De Festival Atlas beschrijft en visualiseert, zowel landelijk als per provincie, de omvang en kenmerken van het festivallandschap inclusief de programmering van de festivals en het socialmediagebruik.
Foodfestivals
In de Festival Atlas 2016 constateren de onderzoekers dat de sterke groei van het aantal foodfestivals iets is van de laatste jaren. Het overgrote deel van de foodfestivals (89%) bestaat nog geen vijf jaar. 79% bestaat zelfs nog geen drie jaar. Slechts 3% bestaat langer dan 10 jaar, bijvoorbeeld Preuvenemint in Maastricht en Proef in Amersfoort. De meest voorkomende vorm van een foodfestivaleditie (79%) is die van een gratis outdoor meerdaags festival. Bij slechts 16% van de foodfestivaledities werd een entreeprijs gevraagd en maar 10% waren indoor festivals.
Noord- en Zuid Holland
Het foodfestivalseizoen is sterk geconcentreerd in de maanden mei tot en met september. 87% van de festivals vond in deze maanden plaats. De meeste foodfestivalsedities zijn te vinden in Noord- en Zuid-Holland (110 van de 260, 42%). Daarna volgen de provincies Noord-Brabant en Utrecht. De drukste foodfestival-steden waren Amsterdam (28 festivaledities), Utrecht (13) en Rotterdam (13) die samen goed zijn voor 22% van alle foodfestivaledities.
Filmfestivals
Anders dan bij de foodfestivals zijn de filmfestivals meer verspreid over het gehele jaar. Wel is er een piek in het voorjaar (april/mei) en het najaar (oktober/november). Meer dan de helft van alle 174 filmfestivaledities (52%) vond in deze maanden plaats. Het merendeel van de filmfestivals (83%) zijn jaarlijks terugkerende festivals. Hoewel de eerste filmfestivals al in de jaren 70 van de vorige eeuw werden gehouden, is de grote groei van recente datum. Bijna de helft van de filmfestivals (49%) bestaat nog geen vijf jaar.
Meerdaagse festivals
Het overgrote deel van de filmfestivaledities (64%) zijn meerdaagse festivals. Een derde (36%) betreft 1-daagse festivals. Gratis toegang is uitzonderlijk bij filmfestivals. Bij slechts 7% van de filmfestivaledities werd geen entree geheven. Dat betroffen vrijwel allemaal festivals die in de openlucht plaatsvonden. Indoor festivals zijn vrijwel allemaal betaalde festivals. De twee provincies met de meeste filmfestivaledities waren Noord- en Zuid-Holland, goed voor 54% van het totale aanbod. Ook hier is Amsterdam koploper met 42 filmfestivaledities. Gevolgd door Rotterdam (22) en Utrecht (14).
Muziekfestivals
De muziekfestivals, in aantal verreweg de grootste categorie, vinden voor tweederde (65%) plaats in de zomerperiode (mei-september). Uit het onderzoek blijkt dat het overgrote deel van de muziekfestivaledities (74%) 1-daagse festivals zijn. Bijna tweederde van alle festivaledities (63%) vond buiten plaats. Ruim driekwart (77%) betrof betaalde muziekfestivaledities. Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant zijn de drie provincies die de meeste muziekfestivaledities herbergen. Ze zijn samen goed voor 53% van het totale aanbod. Net als bij de food- en filmfestivals is Amsterdam ook bij de muziekfestivals koploper. De hoofdstad telde125 muziekfestivaledities binnen haar stadsgrenzen. Rotterdam (57) en Eindhoven (48) volgen daarna.
Muziekgenres
Het aanbod aan muziekstijlen is zeer divers. De HvA-onderzoekers hebben van 674 muziekfestivals de programmering achterhaald. Daaruit blijkt dat het overgrote deel Nederlandse artiesten zijn (69%), gevolgd door Groot-Brittannië (7%). Andere Europese landen komen samen uit op 15% met een groot aandeel hierin voor Duitsland en België. In totaal traden uit 73 verschillende landen bands op. De meest voorkomende muziekgenres zijn dance, rock, pop, house en techno die samen 37% van het muziekaanbod voor hun rekening nemen. De Nederlandse band ‘De Likt’ trad in 2016 het vaakst op.
Social media
Het lectoraat Crossmedia heeft voor alle festivalsoorten ook gekeken naar het gebruik van social media als manier om met de festivalliefhebbers te communiceren. Facebook en Twitter zijn bij food-, film- en muziekfestivals het meest gebruik. YouTube scoort ook hoog bij de film- en muziekfestivals. Bij de foodfestivals is om onduidelijke reden YouTube veel minder populair. Instagram wordt bij alle drie de soorten festivals ook als communicatiemiddel gebruikt, maar wel beduidend minder dan Facebook en Twitter. Bij de muziekfestivals is het opvallend is dat platforms die zich specifiek richten op muziek, zoals muziekstreamingsdiensten (Spotify, SoundCloud, last.fm en Deezer) en een communityplatform als MySpace minder tot zeer beperkt worden gebruikt.
Kennisbron
Volgens Harry van Vliet, lector Crossmedia HvA, is het festivalonderzoek van belang als kennisbron voor alle partijen in Nederland die zich bezighouden met de festivalmarkt. “Binnen de HvA zetten we de Festival Atlas onder andere in bij de minor Festivals. De data is interessant voor studenten die zich bezighouden met eventmanagement of eventmarketing. Maar bijvoorbeeld ook voor studenten leisure, hospitality, crossmedia, marketing of (commerciële) economie. Voor professionals in de event- of festivalsector kunnen de onderzoeksuitkomsten fungeren als bron om afwegingen te maken rondom bijvoorbeeld festivalplanning en festivalsubsidiering. Ook zie je dat organisaties zoals het Filmfonds en het Mondriaanfonds onze gegevens gebruiken in hun eigen rapportages over de film- en kunstensector”.