Ingrediënten
750 gram aardappelen
350 gram raapstelen
150 gram magere spekblokjes
1 stevige appel
circa 1 dl warme melk
15 gram boter of margarine
citroensap
Bereiding
Verwijder de worteluiteinden van de raapstelen, was ze en laat ze goed uitlekken of droog ze in een slacentrifuge. Snijd de raapstelen in smalle repen. Kook de aardappelen gaar. Bak de blokjes spek op een laag vuur bruin en knapperig. Schil de appel en verwijder het klokhuis. Snijd de appel in 4 plakken en besprenkel deze met citroensap. Verhit het klontje boter of margarine in een koekenpan en bak de appelschijven aan beide kanten goudbruin. Giet de aardappelen af en stamp er met de melk, peper en zout een luchtige puree van. Voeg de spekjes samen met het vet en de gesneden raapstelen aan de aardappelpuree toe. Schep alles goed door elkaar. Serveer de stamppot met de gebakken appelschijven erop.