Slavinken blijken levensgevaarlijk. Het doet een beetje denken aan de beruchte oehoe in Purmerend, een dolle slavink. Ik herinner
me nog goed dat ik als kind dacht dat dit vogeltjes waren die sla aten. De slavink is echter geen vogelsoort, maar een stukje gehakt gewikkeld in spek. Hij heeft ook een familielid, de blinde vink.
Het eten van echte vogeltjes is zo oud als de wereld. Onze voorouders aten met veel smaak mussen, spreeuwen, vinken en allerlei andere zangvogeltjes. De ortolaan is een klein zangvogeltje dat vroeger als bijzondere delicatesse gold in Frankrijk. Het vogeltje werd gevangen en vetgemest en daarna werd het verdronken in de armagnac (je kunt een slechtere dood sterven). Vervolgens werd het in de oven geroosterd. Het vogeltje wordt in zijn geheel opgegeten; inclusief botjes, snaveltjes en pootjes.
Hoewel het eten van kleine vogeltjes geen mode meer is in onze streken en het eten van de meeste kleine vogeltjes verboden is, blijft het idee ons aantrekken. Dit is in feite de achtergrond van de slavink en de blinde vink; geen echte kleine vogeltjes maar iets wat er wel op lijkt. Een klein hapje vlees dat ons ergens in ons onderbewuste weer doet denken aan de kleine vogeltjes die onze voorouders met veel genoegen aten. Maar helaas, in tegenstelling tot de goudvink en de spreeuw is onze slavink een bron van ellende. Hij is moddervet, veel te zout en vaak ook nog bedorven. Vlees, u weet wel waarom niet.
Zou het langzamerhand niet eens tijd worden om de oude ambachtelijke slager weer in ere te herstellen, gewoon weer vlees aan de haak en geen koelvakken vol plastic bakjes met vlees op inlegkruisjes? Als we allemaal de moeite nemen om vanaf nu ons vlees gewoon bij een echte slager te halen, dan vliegen de gebraden slavinken ons binnenkort gewoon in de mond en kunnen we weer zeggen vlees, u weet weer waarom.
~Pieter Punter~
Rare vogels
4 mei 2015