Het bericht dat de redactie van Lunchroom deze week bereikte, kwam hard aan. Pieter Punter, de aimabele, zachtaardige en culinair zeer onderlegde man die columns schreef voor Lunchroom, is op 14 maart heengegaan in zijn geliefde Málaga.
Al sinds 2002 verwende Pieter de lezers van Lunchroom in zijn vaste column met zijn scherpe observaties. Als sensorisch psycholoog (dat is iemand die zich heeft bekwaamd in de psychologie achter smaak) was hij in het dagelijks leven werkzaam als ‘Research Director’ bij OP&P, een bekend onderzoeksbureau op het gebied van voedingsmiddelen. Zijn zeer verfijnde en sterk ontwikkelde gevoel voor smaak paste Pieter feilloos toe in zijn haarscherpe en humoristische columns in vakblad Lunchroom.
Hoe kunnen we Pieter beter herdenken dan door het opsommen van enkele van zijn meest opvallende en inspirerende uitspraken? Wij weten het niet, net als dat wij niet weten waarom zulk een fantastisch mens veel te vroeg moest sterven. Rust zacht, Pieter. We zullen jouw humor, geestdrift en aanwezigheid missen. Nu rest ons niets dan onze geliefde columnist te herdenken met enkele gevleugelde uitspraken die hij deed in Lunchroom…
In 2002 zag Pieter dat de tosti wat ‘stoffig’ was. De tosti is anno 2017 helemaal terug. De tijden veranderen…
‘Om een ongrijpbare reden is de sandwich in Nederland niet populair, hoewel dit type broodje een ongekend aantal mogelijkheden biedt qua samenstelling en beleg. Ook de ‘wrap’ kan op veel manieren een smakelijke vorm krijgen; om ideeën op te doen is een bezoek aan een Hema-filiaal voldoende. Daar zijn trouwens ook uitstekende warme panini’s te krijgen - dit zijn waardige opvolgers van de wat stoffige tosti. Geef ons heden ons dagelijks brood, en laat het alstublieft ook vers en lekker zijn.’
In 2003 had Pieter zijn geheel eigen, en kenmerkende, visie op het belang van het ontbijt:
‘Over de vermeende relatie tussen allerlei kwalen en wel of niet ontbijten heb ik mijn twijfels. Het lijkt me waarschijnlijker dat dit een gevolg is van de stress in ons bestaan. Maar als de belangrijkste reden om niet te ontbijten tijdsdruk en stress is, zou je kunnen stellen dat wél ontbijten een grote bijdrage kan leveren aan het onthaasten. Dat lijkt me een uitstekend argument om ’s avonds weer gewoon de tafel te dekken en dertig minuten eerder op te staan. Ik ben het ermee eens dat ik wellicht oorzaak en gevolg door elkaar haal, maar wat is er mooier dan dit kip-en-ei-probleem te overpeinzen onder het oppeuzelen van een zachtgekookt ei. Wat mij betreft mag u er dan ook gewoon een glas bier bij drinken.’
Eten is volgens Pieter emotie (2004). We geven hem geen ongelijk:
‘Volgens de overheid is de consument een willoos wezen dat onder invloed van de reclame en sociale druk tot consumeren wordt gedwongen. De Consumentenbond pleit voor een verbod op reclame voor ongezond eten. Minister Hoogervorst wil zelfs dat de BigMac kleiner wordt. Na de tabak is nu blijkbaar de warme hap aan de beurt. Maar opgeheven vingertjes helpen niet. Eten heeft met emotie te maken en niet met verstand.’
Natuurlijk kreeg ook zijn geliefde Spanje een plek in de columns. In 2005 schreef Pieter het volgende:
‘Spanje staat aan de top van de culinaire ladder, vooral Baskenland. Men heeft er niet alleen dure sterrenkoks, ook in de lagere prijsklasse is goed eten heel gewoon. De Basken hebben een zeer bijzondere kookcultuur; iedere plaats kent gastronomische clubs; kookclubs waar mannen iedere week bijeenkomen om te koken, praten en drinken. Deze traditie stamt uit de 19e eeuw, toen mannen gezamenlijk de lunch gingen gebruiken.’
In 2015 ging Thijs Jacobs (de hoofdredacteur van Lunchroom) op bezoek bij Pieter Punter. De kop van het artikel (een quote van Pieter) was veelzeggend:
‘Nederlandse lunchcultuur? Een broodtrommel mee naar kantoor’
In dit interview was Pieter op dreef en nam de Nederlandse eetcultuur, op de voor hem kenmerkende wijze, stevig onder de loep. Hieronder een anekdote die voortkomt uit het bezoek van Pieter aan enkele snackbars in het noorden des lands:
“‘Het zal toch niet waar zijn!?’, riep ik uit toen ik die vitrines zag. Dezelfde snacks als veertig jaar geleden! Er is in veertig jaar niets, maar dan ook niets veranderd.”
Pieter zag zowel positieve als negatieve ontwikkelingen binnen de Nederlandse smaakbeleving en eetcultuur:
“Men gaat bewuster met voedsel om. Zeker gedurende de laatste drie, vier jaar worden er stappen gezet. Lokaal, vers en gezond… Dat soort termen slaan aan. Een voorbeeld: het verkoopvolume van frisdranken was onlangs voor het eerst lager dan van ‘waterachtige dranken’ en je ziet kleine winkeltjes van lokale productmakers weer opduiken naast grote supermarkten. Wat dat betreft vind ik het ook echt heel jammer dat kinderen op school geen kookles krijgen. De overheid kan natuurlijk wel tonnen gaan uitgeven aan reclamecampagnes voor gezonde voeding, maar als je niet weet hoe je een wortel snijdt, dan kom je niet ver. Leer onze kinderen de basics van het koken, en dan komt gezond en lekker eten vanzelf.”
Het gehele interview uit 2015 kun je nalezen via deze link.
In zijn laatste column voor Lunchroom (maart 2017) liet Pieter duidelijk zien dat hij goed op de hoogte is van ‘foodtrends’:
‘Een meer exotische trend is poké. Dit is een gerecht dat uit Hawaï is komen overwaaien en bestaat uit een combinatie van stukjes rauwe vis en stukjes groente met een saus. Poké wordt geserveerd in een kommetje en is uitstekend geschikt als tussendoortje. In Rotterdam, Amsterdam en Utrecht zijn al een aantal pokégelegenheden. Het zou me trouwens niet verbazen als McDonald’s binnenkort met poké komt; de snack past perfect in een gezond dieet. Maar ook een stokje gegrilde spruitjes met saus of gefrituurde bloemkoolroosjes zou uitstekend passen als een gezond tussendoortje. Laten we de kroket, pikanto en kaassoufflé nu eens vergeten en overstappen op iets nieuws.’
Wij wensen de familie, collega’s en vrienden van Pieter Punter heel veel sterkte toe. De dood van Pieter kwam voor ons zeer onverwacht; onlangs hadden wij nog contact over de nieuwe reeks van columns.
In Spanje zegt men het volgende: ‘El tiempo todo lo cura, y todo lo muda’. Dat betekent ‘de tijd heelt alle wonden’. Laten wij hopen dat dit tenminste ten dele waar is en dat wij Pieter voor altijd in onze herinneringen mogen koesteren.