Horeca verder zonder cao

De horecabranche gaat verder zonder een cao. Vakbonden en Koninklijke Horeca Nederland concluderen dat er geen overeenstemming bereikt is.

*Cao-loze periode*
De cao voor de horecabranche eindigde op 1 april van dit jaar. Er is een cao-loze periode. Op 19 april is het gesprek tussen KHN en de vakbonden voortgezet. Ook deze poging heeft niet geleid tot overeenstemming.

*Onderhandelingen*
De delegaties van Koninklijke Horeca Nederland, FNV Horeca, CNV Horeca en De Unie hebben na verschillende onderhandelingsrondes geen resultaat bereikt. Partijen konden het niet eens worden over de uitgangspunten voor het vakvolwassen zijn met een volwassen beloning, zonder onderscheid naar leeftijd.

*Vakvolwassenheid*
Partijen konden het ook niet eens worden over de regels voor ontwikkeling en beloning van vakvolwassen werknemers en dus ook niet over beloning van werknemers die nog niet vakvolwassen zijn. Vervolgens waren partijen het ook niet eens over bij cao afwijken van de wet op de reeks van 3 contracten voor bepaalde tijd in 3 jaren.

*Wettelijke afspraken*
Voor werkgevers en werknemers gelden nu de afspraken die in de wet zijn vastgelegd. Zonder zicht op overeenstemming over wat vastgelegd kan worden in een cao als minimum of als basis, kan geen nieuwe cao worden vastgesteld. Een cao is dan geen effectief middel meer.

*Onderlinge regelingen*
De cao-loze periode is ingegaan op 1 april 2012 en wordt voortgezet. In deze periode gelden uitsluitend de wettelijke regelingen. Dat geldt voor alle afspraken die werkgevers en werknemers met elkaar maken, ook bij ziekte en vakantie.

*Contractverlenging*
Voor werknemers die in dienst zijn gekomen op 31 maart 2012 blijft er de 'nawerking van de oude cao'. Behalve de afspraken die het afmaken van de oude contractenreeks bepalen. Na het eindigen van het lopende contract voor bepaalde tijd geldt voor een opvolgend contract de wettelijke regeling van drie contracten in drie jaren. Elk vierde of latere contract is dan van rechtswege voor onbepaalde tijd. Ook waar eerder in de cao is afgeweken, zoals bij het aantal mogelijke contracten voor bepaalde tijd (cao was 6 naar 3 volgens BW) en de lengte van de maximale proeftijd.

~Frank Lindner~