Ingrediënten (2 personen)
1 kleine schelvis
50 gram gekookte en gepelde noordzeegarnalen
½ verkruimeld beschuit
1 ei
40 gram boter
½ prei
1 eetlepel maïzena
2 theelepels Groningse mosterd
1 eetlepel gehakte bladselderij
2 wortels
2 aardappels
1 laurierblad
zout en peper
50-100 gekookte en gepelde noordzeegarnalen ter garnering
Bereiding
Ontdoe de schelvisfilet zo nodig van de huid en pureer de vis in de keukenmachine. Breng over in een kom en voeg de garnalen, het beschuitkruim en zout en peper toe. Kneed dit alles met een beetje losgeklopt ei om een stevig mengsel te krijgen. Vorm er balletjes van en laat ze rusten. Smelt de boter in een pan en bak hierin de visballetjes en ringen prei op matig vuur in 10 minuten lichtbruin. Leg ze apart. Bak de rest van het ei en snijd het in reepjes. Gebruik een visbouillonblokje en 750 ml water voor de soep of gebruik een zelfgetrokken visbouillon. Voeg de kleingesneden wortels, de aardappelblokjes, de selderij en het laurierblad toe en kook alles in de soep gaar. Bind de soep met wat maïzena en voeg de mosterd, visballetjes, ringen prei en reepjes ei toe. Garneer met garnalen en serveer onmiddellijk.
