Op de grond van de voormalige stadskwekerij van Utrecht vind je heden een sociale onderneming die in 2002 startte als tuinderij. De naam van het complex, De Moestuin, komt dus niet uit de lucht vallen. In 2006 kwam er het lunchcafé bij en sinds een jaar kunnen gasten terecht in De Oranjerie. Dit is een volwaardig restaurant, waar grote groepen ontvangen kunnen worden. We bezoeken een bijzonder lunchcafé op een unieke locatie.
Pieter Jagtman is de directeur van De Moestuin en maakt zich sterk voor de re-integratie van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt: “De begeleiding van deze mensen vergt veel aandacht. We hebben dan ook zorgspecialisten en andere vakkrachten in dienst. Onze koks zijn bijvoorbeeld maar veertig procent van hun tijd aan het koken; de rest van de werktijd wordt besteed aan uitleg en hulp. Daarom werken hier ook koks die sociaal zeer vaardig zijn. Vanuit het lunchcafé kunnen degenen die verder willen in de horeca doorstromen naar De Oranjerie, wat inmiddels een leer-werkbedrijf voor de horeca is. Onder begeleiding van een leermeester kun je daar je papieren halen. Juist deze kant van het bedrijf geeft de meeste voldoening, want je kunt mensen die zich in een uitzichtloze situatie bevinden een uitweg bieden en een kans op een betere toekomst.”
Van tuin naar horeca
Van stadskwekerij naar sociale onderneming met tuinderij en horeca. Hoe kom je in aanmerking om dat te mogen starten? Pieter: “In 1998 kwam het terrein vrij, aangezien de stadskwekerij werd opgeheven. Vier jaar lang heeft de grond braak geleken en men kon zich inschrijven met plannen om deze plek een juiste bestemming te kunnen geven. Onze stichting werd uiteindelijk uitverkozen en in september 2002 konden we beginnen. Eerst waren er enkel de tuin van bijna drie hectare, waar we zo’n vijftig soorten groenten verbouwen, en de dierenweide. In 2006 kwam het pand vrij waarin zich nu het lunchcafé en de winkel bevinden. Met de komst van het lunchcafé in 2006 ontstond ook de kans om de zorgtak verder door te ontwikkelen; op dit moment zijn er hier ongeveer zeventig mensen aan het werk voor minimaal twee dagdelen. Een belangrijk onderdeel van de aanwezigheid hier is ook het opdoen van arbeidsritme.”
Oneerlijke concurrentie?
Vanuit de horeca wordt een dergelijke onderneming weleens beschouwd als een vorm van ‘oneerlijke concurrentie’. “Dat is helaas waar”, vertelt Pieter. “Toch kan ik je verzekeren dat het lastig is om onder de streep wat over te houden. Er is bijvoorbeeld veel derving, aangezien de werknemers geen opgeleide krachten zijn, en er is veel professionele begeleiding nodig. Dat kost allemaal geld. En wat dacht je van de extra verzekeringen? De sociale onderneming is een BV, die onder de stichting hangt. Sinds we De Oranjerie geopend hebben, is het nu eindelijk zover dat we de sociale onderneming rendabel hebben. De locatie maakt het ook wel wat lastiger om publiek te trekken; we zitten immers een beetje in een uithoek van Utrecht, terwijl de meeste dagzaken zich doorgaans in het centrum van een stad of dorp bevinden. Dat is natuurlijk niet voor niets. Bij mooi weer hebben we geen klagen, want dan bieden wij de ideale locatie voor ouders met kinderen. Het terras is dan een echte publiekstrekker en ook de andere voorzieningen, zoals de speeltuin, de dierenweide en de kruidentuin staan garant voor een lekker dagje uit met de kids. We zien ook dat er gedurende het weekend veel ouders met kinderen komen, aangezien er hier veel voetbal- en hockeyvelden zijn. Het stadion van FC Utrecht is ook om de hoek. Als het niet zo’n lekker weer is, dan zien we het aantal gasten echter flink teruglopen.”
Kinderparadijs
Kinderen zijn belangrijk voor de onderneming, dat blijkt. Natuurlijk staat er dan ook een kinderboterham op de menukaart. “Vanzelfsprekend. Die hoort op de kaart bij ons”, vertelt de gedreven ondernemer lachend. “We doen nog veel meer om ouders met kinderen hier te krijgen. Er worden hier veel kinderfeestjes georganiseerd, wel een aantal per week. De kinderen kunnen hier een speurtocht doen, broodjes bakken of taarten bakken. Er zijn ook educatieve onderdelen, die door scholen worden gebruikt bij excursies en er kan flink geknutseld worden. Juist de activiteiten voor kinderen hebben de naamsbekendheid van De Moestuin goed gedaan; de ene ouder vertelt de andere hoe leuk het was en de kinderen maken zelf natuurlijk de allerbeste reclame.”
Leveren aan de horeca
Natuurlijk staan er producten op de kaart die uit de eigen grond komen. “Uiteraard. Dat is juist het mooiste van de horeca, het werken met mooie ambachtelijke producten. Vroeger heb ik de land en tuinbouwschool gedaan en daarna een tuinderij gehad. Die heb ik verkocht, waarna ik aan dit avontuur ben begonnen. De horeca geeft me zoveel voldoening, niet alleen vanwege het gebruiken van de eigen producten, maar ook omdat we de mensen die hier werken echt verder kunnen helpen in hun leven. Overigens is de productie van groenten en kruiden best fors, dus we leveren ook aan andere horecazaken, zoals sterrenrestaurant Karel V, maar ook aan de natuurwinkel hier in de stad. Ik vind het mooi dat je ‘met de seizoenen mee kookt’, wanneer je je eigen producten gebruikt. Op dit moment gebruiken we onze kastanjes voor een kastanjepuree en in de zomer staat er een slasoep op de kaart.” Sommige producten komen niet uit de eigen tuin, maar van (liefst) lokale leveranciers. “Het brood komt bijvoorbeeld van Carl Siegert, die hier in de buurt zit. We bieden ook maar één type brood aan, en dat heeft een reden. Voor onze medewerkers moeten we de handelingen niet te complex maken, want anders gaat het mis. We maken bovendien al zoveel zelf. Wel kunnen de gasten kiezen uit een witte variant, bruin brood of de volkorenvariant.”
Goed personeel
Goed personeel is lastig te vinden. De Moestuin is zeven dagen per week open, dus aan gekwalificeerde koks is behoefte. Zijn die te vinden? “We hebben voor het lunchcafé vier koks in dienst en ik ben reuze tevreden met ze. Zij hebben geregeld een gezamenlijk overleg om de nieuwe menukaart te bespreken, maar ook om te bepalen hoe gerechten eruit moeten zien. Je wil wel dat de gast krijgt wat hij verwacht. We hebben hier in totaal 25 betaalde krachten, van wie er een aantal in de ‘invalpool’ zit. Met de opening van De Oranjerie is het aandeel horeca wezenlijk vergroot binnen de onderneming. In de keuken van het lunchcafé wordt ook veel voorbereid wanneer er een grote groep komt in De Oranjerie. Je kunt dan denken aan de mise en place. De Oranjerie heeft een eigen keuken en koks, maar we benutten de werknemers en de tijd optimaal en daarom wordt de keuken van het lunchcafé ook ingezet bij drukte. Die grote groepen hebben we vaak, aangezien het stadion van FC Utrecht om de hoek zit en daar veel bedrijven gehuisvest zijn.” Juist op het moment dat Pieter vertelt over het succes van De Oranjerie, vang ik op dat de kok een bietensalade voorbereidt voor een groep van 25 man die straks komt eten. Lekker vers en helemaal uit eigen tuin.
Ontbijt en diner
Ze zitten niet stil bij De Moestuin. Na de opening van De Oranjerie wordt op termijn ook het lunchcafé uitgebreid. “Klopt”, zegt Pieter. “We willen binnen de komende twee jaar gaan verbouwen en het lunchcafé uitbreiden en updaten. Binnenkort gaan we starten met ontbijt en later ook met diner. Niet zo’n uitgebreid menu hoor, maar gewoon simpel, eerlijk en lekker. Het aanbieden van ontbijt is een logische vervolgstap, aangezien we al veel zakelijke gasten krijgen en langs een doorgangsroute voor fietsers zitten. Studenten die vanuit de stad naar de universiteit fietsen, kiezen ook vaak voor deze route. Een paar jaar geleden wist men ons nog niet te vinden, maar mede dankzij de mond-tot-mondreclame en social media weet de Utrechter nu echt wel hij ons hier kan vinden.” Pieter heeft het mooi voor elkaar. Met zijn sociale onderneming helpt hij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en biedt hij een prachtige plek voor iedereen die even de stenen jungle wil ontvluchten. Het blijft wel opmerkelijk, het uitzicht vanuit de weelderige bloementuin van De Moestuin op een lelijk kantoorgebouw aan de andere kant van de weg, maar misschien maakt dat deze plek juist zo uniek.
Fotografie: Stijn Rademaker
LU21Jaar