In zeven jaar tijd van twee naar vijfenvijftig vestigingen. Thijs Swinkels, oprichter van Brownies&downieS, geniet nog steeds van de olievlek die zich vanuit het Brabantse Veghel heeft weten te verspreiden naar de rest van Nederland. Een mooie prestatie voor iemand die eigenlijk alleen maar werkzaam wilde zijn in de revalidatie.
Thijs ontvangt ons in zijn kantoor in Veghel. “We gaan binnenkort wel verhuizen als het meezit”, excuseert hij zich. Het pand is mooi, maar mist energie. En als je het over energie hebt, dan heb je het over Thijs. De succesvolle franchisegever heeft zichtbaar plezier in het vertellen van zijn levensverhaal en het bespreken van de toekomstplannen. “De afgelopen zeven jaar hebben we gemiddeld zeven tot acht vestigingen kunnen openen. Uiteindelijk willen we toe naar vijfenzeventig locaties in Nederland, want volgens ons is dat het maximum.” Een mooi streven, en gezien de groei de afgelopen jaren zeker haalbaar op korte termijn.
Hoe de droom begon…
Laten we bij het begin beginnen, want het succesverhaal van Thijs start al tijdens zijn studie, waar hij bij toeval in aanraking kwam met de doelgroep die het succes van zijn lunchroomketen mede vorm heeft gegeven. “Ik studeerde aan het CIOS in Tilburg en reisde dagelijks met mijn autootje heen en weer naar Veghel. Mijn studie kon ik combineren met mijn bijbaan bij Hutten, de bekende cateraar uit Veghel. Wanneer ik klaar was op school, dan reed ik gauw terug naar het dorp om te kunnen werken als hulpkok. Op die manier kon ik dertig tot veertig uur per week maken, wat wel heel lekker was als bijverdienste. Op die manier kwam ik dus al vroeg in aanraking met horeca, of beter gezegd catering. Zelf heb ik altijd gevoetbald, en op een gegeven moment scheurde ik mijn kruisbanden. Daardoor is de interesse voor revalidatie aangewakkerd; eigenlijk wilde ik niets anders meer. Dit was voor mij de hoofdreden om naar het CIOS te gaan. Toen het tijd was om stage te gaan lopen, bleek er op het vlak van revalidatie niets mogelijk. Ik baalde hier enorm van en met flinke tegenzin startte ik mijn stage aan de toenmalige Bernadetteschool in Oss, tegenwoordig heet de school ‘hub Noord-Brabant’. Dit is een school voor speciaal onderwijs en ik had daar in eerste instantie helemaal niets mee. Maar na mijn eerste dag kwam ik bij mijn ouders thuis en zat ik vol verhalen; ik vond het zo geweldig dat ik zelfs overwoog om met de opleiding te stoppen. Heel even overwoog ik zelfs om naar de pabo te gaan. Het onderwijstraject vond ik te lang duren, dus ik heb mijn opleiding afgemaakt en speelde met het idee om na mijn studie een leuk horeca-initiatief te starten in Veghel.”
Nu weten we dat dat laatste gelukt is, alhoewel Swinkels zich een beetje had verkeken op het runnen van daghoreca. “Ik wilde een dagzaak openen, met in het achterhoofd dat ik dan ’s avonds vrij zou zijn. Dat bleek nogal tegen te vallen, want ik had niet durven vermoeden dat het zo uit de hand zou lopen. En dat allemaal ondanks de zware tijden in de horeca op dat moment, want ik heb het hier over 2010. Op de tweede dag dat ik open was, ben ik naar de Sligro gereden om een agenda te kopen. In daghoreca ben je niet gewend dat mensen reserveren, maar bij mij was dat dus wel zo. Er kwamen zoveel zorgaanvragen van ouders, dat in 2012 een tweede vestiging in Sint-Oedenrode geopend kon worden. In die vestiging ging mijn compagnon aan de slag en we hebben een extra kok aangenomen, zodat we drie koks beschikbaar hadden voor de twee vestigingen.” Op dat moment was het idee voor een franchiseconcept nog niet in het hoofd van Thijs op komen borrelen, maar daar kwam al best gauw verandering in. Zijn eerdere bijbaan bij Hutten bleek ook nu weer richting te geven aan zijn loopbaan. “Een oud-collega van Hutten wilde voor zichzelf beginnen en dolgraag een horecavestiging openen in Asten. ‘Prima’, zei ik. ‘Ik kan je wel op weg helpen’. Maar hij bedoelde wat anders; hij wilde óók een Brownies&downieS openen, exact dezelfde formule dus. Daarover moest ik wel even nadenken, want in dat geval zou het een franchiseformule worden en daarbij hoort ook een contract, een handboek en dat soort zaken… We hebben het uiteindelijk gedaan en in oktober 2012 opende de vestiging in Asten. Het is dus precies zeven jaar geleden dat Brownies&downieS een franchiseformule werd, en in die zeven jaar zijn we gegroeid naar alweer 55 vestigingen, waarvan 53 zaken in Nederland, één in België en één in Zuid-Afrika.”
Over de grenzen
Zuid-Afrika? België snappen we wel, maar hoe kom je in hemelsnaam in Zuid-Afrika terecht? Thijs moet er ook wel een beetje om lachen: “Bas Vermeulen, een redelijk bekende bakker en patissier uit Den Bosch en omgeving, belde mij op. ‘Mijn dochter Wendy heeft in Zuid-Afrika stage gelopen en wil daar niet meer weg. Dus ze wil daar een Brownies&downieS openen’, zei hij. Ik stribbelde wat tegen. ‘Je zal toch moeten’, zei hij, ‘ik betaal de tickets en het hotel’. Wendy bleek een Zuid-Afrikaanse man aan de haak geslagen te hebben en wilde er een leven opbouwen. Ik vond het wel een leuk idee en we gingen in op het aanbod. We hebben daar zes van de zeven dagen keihard gewerkt en heel veel leveranciers bezocht. Verder hebben we alles vanuit Nederland opgezet. Mijn compagnon ging er later nog eens terug om te helpen en een half jaar later was de zaak open. De vestiging ligt echt op een mooie plek, maar we doen het wel non-profit, dus niet zoals in Nederland. Het doel is om de kansarme jongeren uit de townships te halen, en dat lukt heel goed. Wendy wil er in ieder geval nooit meer weg. België is trouwens best een lastig verhaal, het is net even over de grens, maar de verschillen met Nederland op het gebied van wet- en regelgeving zijn enorm; vooral op het gebied van doelgroepmedewerkers is het daar anders ingeregeld. Dat hadden we wel wat onderschat. Bovendien moet je ook daar weer met andere leveranciers in zee. Voor ons is het eenvoudiger om ‘gewoon’ in Nederland door te groeien en dat doen we dus ook.”
Het valt op dat Brownies&downieS flink groeit, maar de formule is niet per definitie aanwezig in de grote steden. “Nee, dat hoeft voor ons zeker niet”, vertelt Thijs. “De formule past het beste in dorpen of steden met een regiofunctie, maar wel met een minimumaantal inwoners van 25.000. Binnenkort openen we in Uithoorn en ’s Gravenzande een vestiging. Kijk, zo’n binnenstad van Utrecht is heel leuk, maar onze jongeren wonen er zelf niet, dus hoe komen ze op hun werk? Bovendien zijn de huurprijzen er echt veel te hoog, dat kan niet uit voor onze franchisenemers. In Drenthe, Overijssel en Limburg zijn er nog genoeg kansen om te groeien, net als rondom Utrecht. Wij zijn zelf niet de hoofdhuurder van alle locaties, maar zorgen als franchisegever wel voor de beste deal met een pandeigenaar. Onze franchisenemers zitten niet ‘aan een touwtje’, zoals bij sommige franchisers, het is geen knetterharde franchise wat wij doen, we zijn geen investeringsclub of zo. We leveren de panden dan ook niet turn-key op en er is een franchiseraad, waarin we zaken bespreken. We doen alles samen, de franchisenemer denkt mee. Op die manier zet je gezamenlijk echt iets op en zet je je in voor het gezamenlijke belang; dat is iets wat goed past bij de doelgroepmedewerkers. Wij faciliteren wel de marketing; er zitten twee mensen op de afdeling die voor het hele land werken. De kosten zijn één op één, dus er worden geen torenhoge rekeningen verstuurd en het geeft de franchisers rust en stabiliteit. Of onze ondernemers een bepaald profiel hebben? Nou ja, ik schat dat zestig procent van de franchisenemers uit de zorg komt en veertig procent uit de horeca. Geen gekke verhouding vind ik zelf, want mensen uit de zorg en horecamensen matchen wel, ze zijn beiden zorgzaam en in voor een praatje.”
Medewerker van het eerste uur
Thijs heeft tot twee jaar geleden de vestiging in Veghel zelf gerund, totdat het eigenlijk niet meer te combineren bleek met zijn groeiende franchiseketen. “Het was een zware keuze, ik heb er slapeloze nachten van gehad”, peinst Swinkels. “Maar het moest, het was een commerciële keuze. Achteraf blijkt het een goede keuze geweest te zijn, beter voor iedereen, zeker omdat het altijd fijn is als de eigenaar zelf op de vloer staat. Jeroen, mijn allereerste medewerker, is twee jaar geleden meeverhuisd naar het kantoor. Hij vindt het geweldig dat hij deze kans heeft gekregen. Vanaf dat moment kleedt hij zich ook als iemand van een hoofdkantoor; een net shirt aan, mooie schoenen, aktetas mee. Hij doet heel veel, van lunchinkopen doen en de telefoon beantwoorden tot kopiëren. Een geweldige jongen. Ik weet nog goed dat zijn moeder hem op de eerste dag bracht, nu alweer ruim negen jaar geleden, het was allemaal zo spannend voor ons beiden en samen zijn we gegroeid naar waar we nu zijn. Heel bijzonder; volgend jaar gaan we dat tienjarig jubileum dan ook op grootse wijze vieren, dat is zeker. Het is trouwens een misvatting dat alle recepten bij ons mega-eenvoudig zijn; we moeten ook op het vlak van het aanbod wel concurreren met andere lunchzaken. Natuurlijk, de eerste keer komen onze gasten vanwege de doelgroep, maar als je wilt dat ze terugkomen, dan moet het aanbod en de service gewoon dik in orde zijn. Je vindt nergens zoveel begeleiding als hier; één op twee of drie is gebruikelijk. En vergeet niet dat het feit dat ze hier werken van grote invloed is op hun leven, op hun zelfstandigheid. Van ouders hoor ik dat ze thuis ineens de tafel dekken en hun ouders erop wijzen dat zij het eten van de verkeerde kant uitserveren. Geweldig vind ik dat, ze groeien echt, in meerdere opzichten.”
Met meer dan 1000 werknemers en aan het einde van dit jaar - naar verwachting - 57 zaken geopend is het maatschappelijke belang van Brownies&downieS zeer relevant. Thijs mag je daarom prima beschouwen als spreekbuis voor degenen die in zijn zaken werken, en heeft dan ook een boodschap voor de lezer, zelfs voor de maatschappij in zijn geheel. “Het is toch gek dat we met zijn allen accepteren dat iemand met een beperking prima functioneert in de horeca of in een supermarkt, maar dat je nooit een autoverkoper met een geestelijke beperking ziet. Waarom is dat? Ik ken jongeren met een beperking die zo gek zijn op auto’s, dat ze er meer vanaf weten dan de meeste autofanaten. Volgens mij kunnen we als maatschappij zoveel van deze mensen leren en kunnen zij echt een mooie ontwikkeling doormaken als ze de kans krijgen. We moeten ze die kans wel geven, en dat is wat wij proberen te doen. Daarom heb ik geen moment spijt van mijn keuze voor dit levenspad en denk ik nog maar zelden aan mijn eerste droom, de droom om werkzaam te zijn in de revalidatie.”
De bestseller
Club kip (9,75 euro)
Brownies&downieS in cijfers
En nu even privé...
Wat drink je thuis het liefst?
Versgebrande koffie
Voor welke ondernemer heb je veel respect?
Maarten Halma
Wat is je favoriete muziek?
Nederlandstalig
Wat is je favoriete tv-programma?
Voetbal International
In wat voor auto rijd je?
Volkswagen Transporter
Wat is je levensmotto?
Vier van de vijf dagen met plezier naar het werk
Wat is je tip voor starters?
Geef nooit op
Met wie zou je een dagje willen ruilen?
Marc Overmars
Waar erger je je zelf aan als je ergens anders gaat eten?
Gastvrijheid
Hoe ziet je gezin eruit? (qua samenstelling)
Mijn vriendin Marlies, dochter Guusje (7), Morris (5) en Giem (3)
Waar ga je dit jaar op vakantie?
Zeeland
Waar wil je ooit nog eens naartoe?
IJsland
Wat is je favoriete gerecht?
Risotto
Wat is je favoriete horecazaak in Nederland?
De Brownies&downieS zaken en Den Tol Velp
Auteur – Thijs Jacobs